Berekening beschikbare weerstandscapaciteit
Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, wordt de relatie gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico’s en daarbij gewenste weerstandscapaciteit enerzijds en de beschikbare weerstandscapaciteit anderzijds. De relatie tussen beiden wordt in onderstaand figuur weergegeven.

De beschikbare weerstandscapaciteit kan in principe uit vijf elementen bestaan:
Reserves,
Onbenutte inkomstenbronnen,
Begrotingsruimte,
Bezuinigingsmogelijkheden,
Onvoorzien.
Van deze elementen vormen de reserves de incidentele weerstandscapaciteit. De overige elementen maken deel uit van de structurele weerstandscapaciteit.
In de jaarstukken blijven de bezuinigingsmogelijkheden voor de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit buiten beschouwing.
Reserves
Voor de bepaling van het weerstandsvermogen zijn de beschikbare reserves van belang. Voor de algemene reserves in Ouder-Amstel zijn dat de algemene dekkingsreserve, de algemene reserve niet vrij besteedbaar en de algemene reserve vrij besteedbaar.
Onbenutte inkomstenbronnen
De onbenutte inkomstenbronnen bestaan voornamelijk uit onbenutte belastingcapaciteit. Er is eigenlijk alleen bij de onroerendezaakbelastingen sprake van onbenutte belastingcapaciteit omdat voor het rioolrecht en de afvalstoffenheffing in Ouder-Amstel wordt uitgegaan van volledige kostendekking en de overige heffingen in de gemeente relatief gering van omvang zijn. Om te bepalen hoe hoog deze onbenutte belastingcapaciteit is, wordt de geraamde opbrengst van de Onroerende Zaakbelastingen vergeleken met de opbrengst die minimaal gegenereerd zou moeten worden om voor de artikel 12-status in aanmerking te komen. De Financiële Verhoudingswet (Fvw) bepaalt namelijk dat de eigen inkomsten van een gemeente een bepaald redelijk peil moeten hebben, om in aanmerking te kunnen komen voor een aanvullende uitkering op basis van artikel 12 van deze wet.
Begrotingsruimte
Een eventueel positieve meerjarenraming draagt bij aan de weerstandscapaciteit.
Onvoorzien
De omvang van de post onvoorzien is lastig te ramen. De post onvoorzien is bepaald op € 25.000. Dit bedrag is ook opgenomen in de begroting 2020. Omdat de omvang van deze post in de meerjarenbegroting constant wordt verondersteld, wordt de post onvoorzien tot de structurele weerstandscapaciteit gerekend.